Uitleg
- We zetten een vak uit en daarin zetten we een kleiner vak
- In het kleine vak staan er bijvoorbeeld 4 van geel en 2 van blauw
- In het grote vak staan nog een aantal spelers van blauw, bijvoorbeeld 4. Van het blauwe team mogen er maar 2 in het centrale vak komen
- In het kleine vak spelen we een positiespel 4 tegen 2. Als blauw de bal veroverd, mogen ze een teamgenoot aanspelen in het grote vak. Dan spelen we daar een positiespel 6 tegen 4
- Ditzelfde gebeurt als de bal het kleine vak uit gaat (bijvoorbeeld door een slechte pass)
- Als geel vervolgens in het grote vak de bal verovert, proberen ze de bal weer in het kleine vak te krijgen om daar weer een positiespel 4 tegen 2 te spelen
- Als de bal uit het grote vak gaat, starten we altijd weer met de bal in het kleine vak