Inloggen
';
";
Oefenstof Special: Dieptespel tegenstander voorkomen na balverlies
| Bedankt voor uw mening!
Donderdag 23 Februari 2017
Dit artikel is ook verschenen in Voetbal Oefenstof Magazine 7

Trainer: Jos Verweij (USV Elinkwijk JO17-1, 3e divisie)
Onderwerp: Dieptespel tegenstander voorkomen na balverlies
Tekst: Tom Druppers | Beeld: Jos Verweij

“Als trainer hecht ik veel waarde aan de organisatie en structuur binnen het Verdedigen van mijn team. Misschien is dit niet typisch Nederlands; voor veel trainers staat het aanvallen op één en wordt daar tijdens trainingen en wedstrijden veel aandacht aan besteedt. Voor mij begint voetbal bij het verdedigen: als je zorgt dat je goed als team verdedigt, is het veroveren van de bal makkelijker en krijg je minder tegendoelpunten. Daarom vind ik het belangrijk dat er goed samengewerkt wordt binnen het verdedigen: we proberen het veld klein te houden, zodat de as van het veld gesloten is.”

“Een van de pijnpunten waar ik bij mijn team, Elinkwijk O15, tegenaan liep was het omschakelen van aanvallen naar verdedigen. Wij beschikken over veel technisch vaardige spelers die goed in staat zijn om een man meer situatie te creëren. Zodoende spelen we vaak op de speelhelft van de tegenstander, omdat we voetbaltechnisch vaak de betere partij zijn. Wanneer we de bal dan echter verspeelden, was de omschakeling als team vaak onvoldoende. Hierdoor lag er veel ruimte achter onze verdediging en ontstonden er veel gevaarlijke situaties.”

Om de wedstrijdsituatie zoveel mogelijk op het trainingsveld na te bootsen, koos Verweij er daarom voor om oefenvormen te kiezen met veel omschakelmomenten. “Daardoor maak je het probleem beeldend voor spelers op trainingen. In de oefenvormen zit vaak eerst een stukje aanvallen, waarna er daarna direct een situatie ontstaat die gericht is op het Verdedigen. Die omschakeling moest sneller, als individu, maar ook als team. Dat is natuurlijk een tactisch verhaal, maar ook het voorkomen van baalmomenten na bijvoorbeeld een gemiste kans hoort daar bij.”

Verweij werkt gedurende het seizoen met een jaarplan, zodat het voetballeerproces zoveel mogelijk gestructureerd wordt. Elinkwijk O15 traint drie keer per week en hij kiest ervoor om de nadruk ieder trainingsmoment te verleggen. “Ik werk binnen mijn jaarplan in blokken van twee weken. We doorlopen de vier teamfuncties (aanvallen, verdedigen en beide omschakelmomenten). Op maandag en dinsdag staat de training volledig in teken van het thema waar we dan mee bezig zijn. Donderdag is de training wat meer gericht op de tegenstander en zijn we bezig met grotere partijvormen”, zo besluit hij.”

Training 1

VOETBALPROBLEEM: Het omschakelen van de middenvelders en aanvallers van aanvallen naar verdedigen op de helft van de tegenstander, waardoor de tegenstander op onze eigen speelhelft in balbezit kan komen en kansen kan creëren.

DOELSTELLING: Het verbeteren van het omschakelen van de middenvelders van aanvallen naar verdedigen op de helft van de tegenstander om te voorkomen dat de tegenstander op onze speelhelft in balbezit kan komen en minder kansen kan creëren.

EVALUATIE: Tijdens wedstrijden ging het niet direct foutloos, maar konden we wel vaker voorkomen dat de tegenstander ongehinderd een speler op onze speelhelft kon inspelen. Hierdoor gaven we na balverlies

1 tegen 1 met omschakeling



Organisatie
• 8-12 spelers per oefenvorm. Eventueel een tweede organisatie uitzetten.
• 10 van geel start met een dribbel en probeert een van de pylonen omver te schieten. 3 van blauw probeert te voorkomen dat een van de pylonen omver gaat. Wanneer de bal geschoten is start 5 van blauw met indribbelen. 10 van geel schakelt vervolgens om en probeert te voorkomen dat een van de pylonen omver geschoten worden door de tegenstander

Coaching
• Zo snel mogelijk druk krijgen op de bal, nadat je geschoten hebt
• Probeer tussen de bal en de pylonen te komen, zodat de tegenstander niet kan schieten

Variatie
• Scoren makkelijker / moeilijker maken: meer / minder pylonen neerzetten
• Omschakeling moeilijker / makkelijker maken: veldafmetingen aanpassen

8 tegen 3 met openen naar ander vak bij balverovering



Organisatie
• Veldafmetingen: 8 m x 14 m + tussenstrook van 2 á 3 meter
• Er wordt 8 tegen 3 gespeeld in een vak. Wanneer het drietal de bal verovert kunnen ze de bal openen naar het andere vak waar vijf medespelers staan. Zij sluiten dan aan in dat vak, samen met een drietal van blauw. Er ontstaat dan een 8 tegen 3 in het andere vak
• Wanneer de bal uitgaat terwijl het achttal van een van beide ploegen balbezit probeert te houden speelt de trainer bal in richting het andere vak en moeten beide teams omschakelen

Coaching
• Achttal: direct druk geven op de bal bij balverlies, zodat de bal niet geopend kan worden naar het andere vak
• Drietal: kort bij elkaar blijven, zodat de bal er niet tussendoor gespeeld kan worden. Bij balverovering direct contact maken met teamgenoten in het andere vak.

Variatie
• Makkelijker maken: veld groter maken, overtal groter maken (bijv. 7 tegen 2, 8 tegen 2)
• Moeilijker maken: maximaal aantal balcontacten, veld kleiner maken, overtal kleiner maken (bijv. 7 tegen 3, 7 tegen 4, 6 tegen 4)

8 tegen 8 met inspelen keeper andere zijde



Organisatie
• Veldafmetingen: 40 m x 25 m
• Er wordt een partijspel 8 tegen 8 met twee keepers (buiten het vak) gespeeld. Beide teams starten bij de keeper van de tegenstander en proberen vervolgens dieptespel te creëren, om uiteindelijk aan de andere kant te komen. Het doel is om de keeper aan de andere kant te bereiken door middel van een pass over de grond. Wanneer dit lukt verdient het team 1 punt en speelt de keeper het andere team in, waardoor er door beide teams direct omgeschakeld moet worden

Coaching
• Na het behalen van een punt: direct het veld klein maken, lijn naar de keeper verdedigen, kantelen naar balkant, gezamenlijk druk zetten op de bal
• Focus op de omschakeling van beide partijen, zodat er na het behalen van een punt direct weer verder gespeeld kan worden

Variatie
• Makkelijker maken: veld groter maken
• Moeilijker maken: maximaal aantal balcontacten, veld kleiner maken
• Speel als trainer zelf ballen in vanaf de zijkant, zodat er vaker omgeschakeld moet worden

Training 2:

VOETBALPROBLEEM: Het omschakelen van de middenvelders en aanvallers van aanvallen naar verdedigen op de helft van de tegenstander, waardoor de tegenstander op onze eigen speelhelft in balbezit kan komen en kansen kan creëren.

DOELSTELLING: Het verbeteren van het omschakelen van de middenvelders van aanvallen naar verdedigen op de helft van de tegenstander om te voorkomen dat de tegenstander op onze speelhelft in balbezit kan komen en minder kansen kan creëren.

EVALUATIE: Tijdens wedstrijden ging het niet direct foutloos, maar konden we wel vaker voorkomen dat de tegenstander ongehinderd een speler op onze speelhelft kon inspelen. Hierdoor gaven we na balverlies op de helft van de tegenstander minder kansen weg.

1 tegen 1 met snel omschakelen



Organisatie
• Veldafmetingen: 20 m x 20 m
• Er wordt 1 tegen 1 gespeeld, waarbij de speler van geel als eerste start met dribbelen richting het doel tegenover hem en probeert te af te werken. De speler van blauw probeert te verhinderen dat hij kan scoren. Zodra de speler van blauw heeft geschoten start een speler van geel met dribbelen en moet de speler van blauw omschakelen, zodat hij kan voorkomen dat er op het andere doel gescoord kan worden.
• Het team dat uiteindelijk de meeste doelpunten gemaakt heeft wint

Coaching
• Gelijk tussen de bal en het doel komen nadat er geschoten is, zodat de tegenstander niet kan scoren
• Drijf je tegenstander van je eigen doel af, door vooruit te verdedigen

Variatie
• Veldafmetingen aanpassen: veld groter / kleiner maken

Positiespel 12 tegen 6



Organisatie
• Veldafmetingen: 30 m x 20 m
• Er worden drie zestallen gevormd, waardoor er een positiespel 12 tegen 6 gespeeld kan worden. Het team dat in balbezit is probeert de bal in de ploeg te houden en 10 keer over te spelen. Wanneer dit lukt levert het 1 punt op. Als het zestal dat de bal veroverd moeten ze de bal over een van de buitenste lijnen heen dribbelen en verdienen ze 1 punt.
• De trainer heeft de ballen aan de zijkant en speelt deze snel in als de bal uit het spel gegaan is.
• Om tot veel omschakelmomenten te komen voor de drie zestallen wordt er snel doorgedraaid binnen het aanvallen en verdedigen.

Coaching
• Dichtbij elkaar verdedigen, tegenpartij naar zijkant dwingen, kantelen naar balkant, altijd druk op de bal houden.

Variaties
• Variatie 1: Aanvallende teams mogen in balbezit alleen maar een speler inspelen van het andere team. In de situatie in de tekening mag een speler van rood dan alleen een speler van blauw inspelen, en blauw alleen maar naar rood.
• Variatie 2: Aanvallende team mag de bal maximaal 2 of 3 keer raken.
• Variatie 3: Op het moment dat het verdedigende team de bal veroverd wordt het team dat de bal verliest het verdedigende team. In de situatie in de tekening: geel veroverd de bal bij een speler van rood, dan moet rood omschakelen van aanvallen naar verdedigen en wordt rood de verdedigende partij. Geel en blauw worden dan de aanvallende teams.

9 tegen 9



Organisatie
• Er wordt een partijspel 9 tegen 9 gespeeld met twee keepers, waarbij de focus voor beide teams ligt op beide omschakelmomenten.

Coaching
• Direct omschakelen van aanvallen naar verdedigen wanneer de bal in de opbouw verloren gaat: veld klein maken, kantelen naar balkant en de as van het veld dichtmaken
• Nadruk op samenwerken tijdens het omschakelen en verdedigen, zodat de bal snel weer terugveroverd kan worden

Variatie
• Veldafmetingen aanpassen: veld groter / kleiner maken

Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op De Oefenstof Database. Je hebt al toegang tot alle artikelen, 2000+ oefenvormen en honderden trainingen voor 27 euro per jaar.

Abonneren voor €27


Toegang tot De Oefenstof Database is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine