Inloggen
';
";
Spelhervattingen op de training: De hoekschop
| Bedankt voor uw mening!
Woensdag 8 Augustus 2018

Tijdens de analyses bij NOS tijdens het WK werd soms een beetje lacherig over Engeland gedaan. Immers, veel goals van Engeland werden gescoord uit een spelhervatting. De analisten waren niet onder de indruk: dat is geen echt voetbal, laat ze eerst maar eens ‘normale’ goals gaan scoren. De moderne trainer van vandaag weet wel beter: bijna één op de drie goals wordt gescoord uit spelhervattingen. Maar hoe train je hierop? Vandaag lees je deel 1: de hoekschop aanvallend.

Tekst: Paul van Veen

Bovenstaand gegeven moet je als moderne trainer als muziek in de oren klinken. Immers, hoe meer mensen er nog steeds zo over denken, hoe meer winst je kunt behalen op dit vlak ten opzichte van andere trainers. Zelfs op het allerhoogste niveau is er nog grote winst te behalen. Zo bewees Engeland op het EK.



En zo bewees ook Vitesse in de eredivisie. Afgelopen seizoen in de eredivisie scoorde Vitesse maar liefst 20 keer uit een spelhervatting. Vergelijk dit met bijvoorbeeld Feyenoord (6) of bijvoorbeeld FC Groningen (4, bron: WhoScored). Een topspits die 14 goals meer maakt dan een ‘gewone’ spits, is tegenwoordig voor een Nederlandse club bijna niet meer te betalen.

De drie mogelijke spelhervattingen zijn:
- De corner (daar gaan we het in dit artikel over hebben)
- De ingooi
- De vrije trap

De corner is een vreemd fenomeen.

Aan de ene kant wordt de corner vaak zwaar overschat. De supporter gaat er vaak eens goed voor zitten bij een corner. Die weten vaak echter niet dat het rendement uit een corner extreem laag is: gemiddeld wordt slechts 2,1% van de corners omgezet in een doelpunt. Dat is ongeveer 1 op de 47 hoekschoppen (Bron: Paul Power).
Daarbij loop je ook nog eens het risico op een counter om je oren. Een mooi voorbeeld is het doelpunt van België uit een corner van Japan:



Terecht stelden statistici de vraag of de hoekschop misschien niet een negatieve waarde had (door het risico van de counter). Uiteindelijk bleek dit (gelukkig) niet het geval. Je hebt namelijk maar 0,2% kans om een tegengoal uit een corner te krijgen (bron: Paul Power), dus een corner is nog steeds waardevol. Je moet alleen de restverdediging en de omschakeling serieus nemen.

In plaats van te zeggen: het rendement uit de corner is zo laag, daar ga ik geen tijd in steken, laten diverse teams en trainers zien dat er winst is te behalen. Het is het onze taak als voetbaltrainer om je team te helpen bij het maken van zoveel mogelijk doelpunten. Iedereen weet dat het bij vooruitgang om procenten gaat. Als je jouw ploeg bijvoorbeeld van het gemiddelde van 2,1 naar bijvoorbeeld 2,8% kan brengen, doe je het al goed. Dat is waarschijnlijk een extra goal. Laat staan als je het naar 4,2% kan brengen, Dan versla je zeker het gemiddelde.

Uiteindelijk is het jouw uitdaging om qua rendement bovenaan te staan aan jouw competitie. Vorig jaar waren in Engeland Newcastle en Stoke de koplopers op dit gebied, zie het lijstje dat Stuart Reid vorig jaar na 28 wedstrijden maakte van de Premier League:

 


Maar welke oefenvormen gebruik je hiervoor?
Hier is weinig over geschreven. Een derde van de goals valt uit spelhervattingen, maar door veel trainers wordt er amper aandacht en tijd aan besteed op de trainingen. Soms zie je zelfs het tegenovergestelde. Ik heb door de jaren heen zelfs veel trainingen langs zien komen waar juist de corner er uit gehaald werd. Denk nog aan het ‘ouderwetse’ ‘drie corners is een pingel’ of zag ik partijvormen waar er helemaal niet met corners gewerkt werd: het was altijd een achterbal. Natuurlijk is dit niet altijd verkeerd (hangt van de doelstelling af), maar ik heb ooit een trainer gehad die nooit aan corners deed in de partijen.

Toen ik het TM-archief in dook, kwam ik een interview met Pieter Schrassert Bert (toen nog jeugdtrainer bij Willem II, inmiddels coördinator middenbouw bij Feyenoord) tegen. Hij zag in 2011 al het nut van spelhervattingen in:

“Elke vrijdag proberen we twintig minuten tot een half uur aan standaardsituaties te besteden. Hierbij moet je denken aan corners, maar ook ingooien of bijvoorbeeld een indraaiende vrije trap. Niet alleen standaardsituaties voor ons, maar ook standaardsituaties tegen. Het resultaat is dat we er regelmatig uit scoren. Je ziet ook dat we daar steeds gevarieerder in worden en dingen op elkaar af kunnen stemmen. We spreken ook af wat we doen als de tegenstander er op een bepaalde manier op anticipeert. Als we dat trainen, doen we niet alleen de corner, maar spelen we daarna gewoon door, omdat ik vind dat het altijd te maken moet hebben met aanvallen, verdedigen en omschakelen. Als we een corner nemen, moeten de aanvallers er ook bewust van zijn dat als de keeper hem vangt, er ook een stuk omschakelen bij komt kijken. Als je dat weer traint, dan herkennen ze dat ook weer vaak in de wedstrijd. (..) Nog steeds zijn we er niet tevreden over. Het gaat gewoon om dingen op elkaar afstemmen. En als je dat niet doet, dan doen ze vaak maar wat.”

Dan kom je ook meteen bij de oefenvorm die je het vaakst ziet. Een uitspeelvorm (bijvoorbeeld 7 + K tegen 7 + K), waarbij de vorm wordt begonnen door het nemen van een hoekschop. Door de vorm door te laten lopen (zoals Pieter zegt), leer je spelers ook meteen dat bij een corner ook een omschakelmoment hoort.
 

Oefenvorm 2477: Uitspelen 7 +K tegen 6 + K | start met hoekschop

En dat is misschien wel meteen de belangrijkste tip: je kunt best wel eens ‘kaal’ op de hoekschop trainen, maar dan staan spelers misschien wel veel stil. Het is daarom een beter idee om deze toe te voegen of te integreren in andere oefenvormen.

Zo kun je heel eenvoudig een spelregel aan een gewoon partijspel toevoegen. Ken voor iedere uitbal in een partijspel een corner toe aan het team die op dat moment recht op balbezit had. Door voldoende ballen in de hoeken van het veld neer te leggen leer je ook spelers om snel te organiseren of spelers aanvallend gebruik te maken om een corner snel te nemen als de verdediging nog niet klaar staat.


Oefenvorm 2478: Partijspel: uitbal is hoekschop

Een derde vorm is een variant op het voorzetten-spel. In plaats van een voorzet te geven, leg je de bal op de hoek van het veld neer en zo kun je trainen op het afronden uit een corner. Het nadeel van deze vorm is dat het aanvallende team vaak komt aanlopen, maar dat kan juist een extra tactiek zijn.
 

Oefenvorm 2476: Het hoekschoppen-spel


Een vierde vorm kan uitstekend gebruikt worden als tussenvorm, waarbij je de spelers actieve rust wilt geven. Op 30 meter zet je een tweede goal neer (zonder keeper), waar de verdedigers kunnen scoren. Er wordt eerst door team A corners genomen. Het spel gaat na de corner door, totdat er gescoord wordt of totdat de bal uit is. Als de keeper de bal in zijn handen krijgt, moet de keeper de bal minimaal één keer overspelen voordat er gescoord kan worden, anders is het scoren te makkelijk.


Oefenvorm 2479: De hoekschop wedstrijdvorm

Bij deze vorm is het vooral interessant om team A vijf hoekschoppen te laten nemen en vervolgens team B vijf hoekschoppen te laten nemen en daarna de scores bij elkaar op te tellen. Of daarna nogmaals twee series van vijf hoekschoppen te doen. Of ABBA als je je wilt richten op snel organiseren.

Laat de spelers meedenken
Je wilt dat jouw teams natuurlijk ook variëren met de corner: een goede tip is om deze laatste vorm een week van te voren al aan te kondigen, teams te maken en de spelers opdracht te geven om variatie te bedenken (en wellicht al te oefenen). Je kunt deze opdracht aanvullen met een variatie die je zelf graag wilt zien, geef ze deze dan uitgewerkt mee. De spelers van tegenwoordig gaan echt zelf wel op YouTube op zoek naar leuke variaties en laat je verrassen. Het winnende team van deze opdracht krijgt natuurlijk een gepaste beloning (een drankje van de trainer)?

Als je deze opdracht in de praktijk gaat gebruiken, dan ben ik erg benieuwd naar jouw ervaringen (en misschien tips voor andere trainers). Stuur me dan even een mailtje met jouw ervaringen: paulvanveen@trainerssite.nl

Tenslotte
De belangrijkste tip is om de hoekschop in jouw jaarplanning en misschien zelfs wel in jouw weekplanning op te nemen, zodat je het niet vergeet. Want als je er geen aandacht aan besteed, dan ‘wordt er vaak maar wat gedaan’ door jouw team, om met de woorden van Pieter Schrassert Bert te spreken. En dat is zonde.
 

Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op De Oefenstof Database. Je hebt al toegang tot alle artikelen, 2000+ oefenvormen en honderden trainingen voor 27 euro per jaar.

Abonneren voor €27


Toegang tot De Oefenstof Database is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine